Vermenigvuldigen,
delen en de rekenregels
De tafels.
Om te kunnen rekenen is het essentieel dat je de tafels 1 t/m 10 beheerst. Velen hebben daar nog veel moeite mee, daarom adviseer ik je dat je hier mee gaat oefenen. Voor smartphones zijn er tal van (gratis) apps waarmee je de tafels kunt oefenen. Wanneer je dan even op het toilet zit, of er is pauze op televisie, dan heb je mooi even de tijd om hiermee te oefenen.
Vermenigvuldigen.
Om kleine getallen te vermenigvuldigen kun je getallen gaan splitsen, dan haal je een getal uit elkaar.
36 x 4 =
30 x 4 en 6 x 4.
30 x 4 is best lastig, dan doe ik 3 x 4 = 12 plus de 0 er weer achter = 120
6 x 4 = 24
120 + 24 = 44
Om grotere getallen te vermenigvuldigen zet je ze onder elkaar zoals hiernaast.
Belangrijk hierbij is dat je ze echt recht onder elkaar zet, anders ga je fouten maken.
Hieronder zie een video met uitleg over het cijferend vermenigvuldigen.
Ook hier worden de sommen steeds moeilijker.
Bij ronde getallen is er een handigheidje; je haalt eerst alle nullen weg. Deze plaats je later weer terug.
Bijvoorbeeld 3.000 x 6.000 =
3.000 x 6.000 = beide getallen hebben drie nullen. Deze haal ik weg en heb dan de som 3 x 6 = 18
Nu moeten de nullen wel weer terug. Hoeveel nullen heb ik weggehaald? Bij beide getallen 3 nullen, dat is dus 2 x 3 = zes nullen.
18 plus zes nullen = 18.000.000
Dus 3.000 x 6.000 = 18.000.000
1.800 x 2.000 = 18 x 20 = 360 plus vier nullen = 3.600.000
Delen
De haakdeling.
Om grotere getallen te kunnen delen, zonder rekenmachine, is het handig om dit met behulp van de haakdeling te doen.
Hieronder zie je een video met uitleg over de haakdeling.
De staartdeling.
Een andere manier om een deling te maken is de staartdeling.
Hieronder zie je een video met uitleg hierover.
Bij ronde getallen kun je, net als bij vermenigvuldigen, bij beide getallen evenveel nullen wegstrepen. Het verschil daarmee is dat je de nullen niet terug hoeft te plaatsen.
45.000 : 900 = 45.000 : 900 = 450 : 9 = 50
270.000 : 30.000 = 270.000 : 30.000 = 9
Rekenregels.
De rekenregels zijn regels die je vertellen in welke volgorde je bewerkingen moet uitvoeren. Bewerkingen zijn plus + , min - , keer x, delen : en dan heb je nog de haakjes ( ).
De juiste volgorde hierin is:
1. Alles tussen haakjes uitrekenen
2. Vermenigvuldigen en delen
3. Optellen en aftrekken
Je gaat dus eerst alles tussen haakjes uitrekenen, dan alles keer- en deelsommen en tot slot de plus- en min-sommen.
Het maakt niet uit of er eerst gedeeld moet worden of vermenigvuldigd. Je rekent de som gewoon van links naar rechts uit. Dat geldt ook voor optellen en aftrekken.
Goed. 7 x (25 - 17) = je rekent eerst 25 - 17 uit, dat is 8.
Dan heb je de volgende som 7 x 8 = 56
Fout. Zou je het anders doen, gewoon van links naar rechts, dan komt er een heel ander getal uit. Kijk maar.
7 x 25 = 175
175 - 17 = 158
Nog een voorbeeld:
Goed. 2 x (3 + 5) + 4 =
Je rekent eerst tussen haakjes uit 3 + 5 = 8
Dan is het 2 x 8 + 4 =
Nu dus eerst vermenigvuldigen 2 x 8 = 16
16 + 4 = 20
Fout. Zou je deze anders doen, gewoon van links naar rechts, dan krijg je de volgende uitkomst.
2 x 3 + 5 + 4 =
2 x 3 = 6
6 + 5 = 11
11 + 4 = 15
Hiernaast zie je een video met uitleg hierover.
In deze film worden "kwadraten" en "worteltrekken" ook benoemd. Deze hoef je niet te weten voor rekenen op 2f met de rekenregels.
Het kán voorkomen dat er wel een vraag over kwadraten gesteld wordt. Uitleg hierover vind je op deze pagina.
- Home
- Optellen en aftrekken
- Vermenigvuldigen, delen en rekenregels
- Decimalen
- Breuken
- Toegepast Rekenen
- Het verhoudingstabel
- Verhoudingen
- Verhoudingen en breuken
- Procenten
- Procentuele afname en toename
- Lijnen en figuren
- Maten en hoeveelheden
- Omtrek
- Metriek Stelsel
- Oppervlakte
- Inhoud
- Tijd, snelheid en afstand
- Kaart en schaal
- Tabellen en Schema's
- Diagrammen
- Verbanden en formules
- Oefenexamens
- Weten
- Reacties
- Hulpkaarten