Diagrammen en grafieken

Diagrammen en grafieken

Eigenlijk mag het niet, maar ik benoem grafieken en diagrammen als hetzelfde. Dus alles wat met grafieken te maken heeft, kun je ook lezen als diagram 

Een diagram of grafiek is een soort afbeelding waarin informatie op een simpele manier wordt gegeven. In een oogopslag kun je zien hoe groot een deel van het geheel is.Er zijn verschillende soorten diagrammen.

In dit filmpje vind je de uitleg van drie meest voorkomende diagrammen; de staafdiagram, de cirkel diagram en de lijndiagram.

 

Helemaal onderaan vind je meerdere video's waarin werken met, en maken van diagrammen wordt uitgelegd.

Staafdiagram

Een staafdiagram is een diagram waarin met de lengte van staven een bepaalde waarde duidelijk wordt gemaakt.

 

In het staafdiagram hieronder zie je de hoogte van het zakgeld van vier kinderen. Elke staaf geeft de hoogte aan van het zakgeld. Op de horizontale lijn staan de namen van de kinderen. Op de verticale lijn  staan de bedragen in euro's. De verticale as begint met het bedrag van 0 euro. En loopt door tot en met 3 euro.

In de tabel ernaast staan de gegevens waarmee het staafdiagram is gemaakt. Je kunt dus letterlijk aflezen hoeveel zakgeld elk kind krijgt.

 


Kijk naar het staafdiagram hiernaast.

Vraag: hoeveel procent van de werknemers in Italië hebben last van pijn in de nek en schouders?

 

Aan de bovenzijde kun je lezen waar het diagram over gaat, terwijl aan de linkerzijde de landen staan vermeld. Aan de onderzijde staan de procenten.

 

Nu ga je eerst kijken waar Italië staat. Vervolgens kijk je tot hoever de blauwe balk gaat bij de procenten.

Als je nu naar beneden kijkt zie je dat 19% van de Italiaanse werknemers last hebben van pijn in nek en schouders.


Hiernaast zie je hoe een staafdiagram werkt, en hoe je er zelf een kan maken.


Cirkeldiagram

Een cirkeldiagram is een diagram waar door middel van een cirkel duidelijk wordt hoe onderwerpen zich met elkaar verhouden.

 

Hieronder zie je twee cirkeldiagrammen die met een afbeelding laten zien hoe de verhouding is tussen het aantal jongens en meisjes in de klas.

In de linker cirkeldiagram staan in de twee vlakken de precieze getallen, er zijn 5 jongens en 15 meisjes.

In de rechter cirkeldiagram zie je de percentages staan, 25% bestaat uit jongens, en 75% bestaat uit meisjes.

Een cirkeldiagram helpt met een tekening de verhouding van verschillende getallen in beeld te brengen.


Vraag: hoeveel procent van het afval is glas?

 

In het cirkeldiagram zie je in de legenda rechts wat de verschillende kleuren betekenen. Je ziet dat bij glas de kleur groen hoort, die staat helemaal onderaan.

 

Als je nu naar de cirkel kijkt, zoek je die kleur groen ook. Je ziet dat bij groen 2% staat. 

 

Het antwoord op de vraag is dus 2%


Lijndiagram

Een lijndiagram is een diagram waarin met een lijn duidelijk wordt gemaakt hoe onderwerpen zich tot elkaar verhouden. In de lijndiagram staan punten die met een lijn aan elkaar zijn verbonden. 

 

In de grafiek hieronder zie je dat op de horizontale lijn de tijd uitgedrukt in uren staan. De de verticale lijn zie je de afstand staan in kilometers. De lijn van de grafiek geeft het reisverloop aan. Na twee uur reizen is 160 kilometer afgelegd. Tussen de 2 en 3 uur wordt er niet gereisd maar gerust. De lijn stijgt daarom niet. Na 6 uur is er 400 kilometer gereisd. En na 8 uur is dat 560 kilometer.

In de tabel ernaast zie je de getallen waarop de grafiek is gebaseerd.


Hiernaast zie een lijndiagram waarin je kan aflezen hoe hoog Miriam en Rob klimmen. Ook kun je aflezen hoe lang ze er over doen om tot een bepaalde hoogte te klimmen.

 

Aan de linkerzijde staat de hoogte in meters, en aan de onderzijde staan de uren vermeld. Aan de rechterzijde staat de legenda waarop je kan zien welke kleur lijn bij wie hoort.

 

Vraag: op welke hoogte zit Rob na vier uur klimmen?

 

Ook hier gaan we een pijl trekken vanaf onderen bij 4 uur totdat we bij de groene lijn komen. Dan gaan we aan de rechterzijde kijken welke hoogte daarbij hoort.

 

In de uitwerking hiernaast zie je wat ik bedoel, en zie je dat Rob op 1.000 meter hoogte zit na vier uur klimmen.

 

Het antwoord is dus 1.000 meter.


Toegepast rekenen met diagrammen

In dit deel gaan we toegepast rekenen. Je weet dat dat best lastig is, je moet namelijk de benodigde informatie uit één of meerdere schema's halen. Vaak moet je dan ook nog meerdere berekeningen maken om tot het eindantwoord te komen. 

Belangrijk: lees heel goed, en maak aantekeningen op papier!


Bij Power Energie wordt de prijs die je per kWh (kilo Watt per uur) moet betalen op 1 januari van elk jaar bepaald. 

In 2012 heeft Gabriël 2.000 kWh verbruikt. Het jaar erop was dat 2.050 kWh.

Dus, zowel de prijs als het verbruik is veranderd.

 

Vraag: Met hoeveel zijn zijn energiekosten in 2013 gestegen ten opzichte van 2012?

Persoonlijk vind ik dit een wat vage opgave, het is niet erg duidelijk omschreven. Waar je hier naar moet kijken is naar de aangegeven prijzen op 1 januari van 2012 en 2013. Meer niet, ik dacht te moeilijk.... 

 

Als je naar de prijs op 1 januari van 2012 kijkt, zie je dat deze op €0,19 staat. In de opgave staat dat Gabriël in 2012 2.000 kWh verbruikt heeft, dus 2.000 x 0,19 = €380.

In het jaar 2013 kost de energie op 1 januari €0,20. In 2013 moest hij 2.050 kWh betalen. Dus 2.050 x €0,20 = €410.

Deze twee bedragen trek ik van elkaar af, en dan heb ik mijn antwoord: €410 - €380 = €30 De kosten zijn dus met €30 gestegen.


Vraag: hoeveel van de werkenden werkten in 2010 nooit thuis?

 

We kijken eerst even naar het plaatje, wat valt daar te zien? Helemaal links zie je het cirkeldiagram.

 

Deze geeft aan hoeveel procent wel, niet of gedeeltelijk thuis werkt. 

 

Daarnaast, in de grafiek zie je per jaar het aantal werkenden.

Dit is weer een typische som om een verhoudingstabel te gaan gebruiken.

 

Hiernaast zie je de uitwerking er van.

 

7.400.000 zijn alle werkenden in het jaar 2010, dus 100%

In het cirkeldiagram is te lezen dat 40% nooit thuiswerkt, dus we moeten 40% van 7.400.000 uitrekenen.


Maak jouw eigen website met JouwWeb